vrijdag 7 december 2007

Ontwikkeling van een mens en biografische therapie

Ontwikkeling is een proces dat plaatsvindt door ontmoeting én overwinning van weerstand. Het is een weg die aan bepaalde wetmatigheden voldoet, maar die voor iedereen anders is. Zo doorloopt iedereen bepaalde levensfasen, maar de ene persoon kan bijvoorbeeld eerder praten dan de andere.

Er zijn ontwikkelingswegen verschillend naar plaats en tijd, zoals (en dan schets ik het grofweg) de Oosterse ontwikkelingsweg, de Middeleeuwse ontwikkelingsweg en de ontwikkelingsweg van de christelijke rozenkruisbeweging.

De ontwikkeling vindt niet alleen naar buiten toe plaats, maar ook naar binnen toe, waarbij de weg naar binnen toe vandaag de dag onder druk staat. De weg naar binnen toe kan zweverig gevonden worden (onbegrepenheid leidt tot angst en daardoor tot onstabiliteit). Het materiële kan geprefereerd worden ten opzichte van het spirituele. De term no-nonsens kan worden gebruikt om empirische bevindingen positief te duiden en niet-empirische bevindingen negatief te duiden.

In de tijd van de scholastiek en de artis liberalis was er die weerstand bij de weg nar binnen veel minder.

Locke zette de lijn in van het empirische, terwijl Leipniz aansloot bij de traditie van het ervaringsleren, maar Leipniz deed dat volgens mij op een bijzonder eigenzinnige wijze. Volgens Leipniz bestaat materie niet, maar is er verdichte geest: samenballingen die door hem monaden genoemd worden. Mineralenwereld: grootste verdichting van geestmonaden (en hebben een diep trancebewustzijn). In de plantenwereld is de dichtheid minder.

Einstein kende een meer in elkaar overlopend principe, zoals dat bekend is van het yin/yang-principe. Energie kan bij dat principe de materie veranderen van bijvoorbeeld vaste stof naar vloeistof.

Maar goed, in mijn eigen ontwikkelingsweg is de invloed van de Locke-filosofie wellicht wat dominanter geweest, waardoor ik meer van empirische bevindingen weet dan van mysteriën en dus dat ik daarom de Leipniz-filosofie bijzonder eigenzinnig vind.

Wanneer de ontwikkeling gehinderd wordt, spreekt men van ontwikkelingsstoornissen. Volgens de antroposofie valt daarbij ook te denken aan een stoorzender uit een vorig leven en aan stoornissen in de ontwikkeling van de ziel.

Een biografie is een weerslag van de ontwikkeling van een levend wezen.

Een biografische therapie is een therapie waarin wordt nagestreefd de problemen van de hulpzoekende te plaatsen in diens biografie. De hele levensloop wordt daarbij beschouwd en niet enkel de stoornissen in bepaalde ontwikkelingsfasen.Ter vergelijking met de psychoanalyse van Siegmund Freud: Freud keek eigenlijk vooral naar de vroege ontwikkelingsfasen (van geboorte tot pakweg 5e levensjaar).

Bij de biografische therapie vindt geen veroordeling plaats, maar verwondering, opdat ontwikkeling gestimuleerd wordt.

Geen opmerkingen: