Het menselijk lichaam is meer dan een fysiek wonder. In het groeien, in de ademhaling, in het genezen van een wond uiten zich de niet-materiële krachten
van het leven. Antroposofische geneeskunde en de bijbehorende therapieën zijn erop gericht deze levenskrachten in het ene geval te versterken, in het andere
geval juist te structureren. Zij vormt hierdoor een aanvulling op en een verdieping van de gewone geneeskunde en de reguliere therapieën.
De artsen hebben allen een universitaire medische opleiding. De antroposofische medicijnen zijn van natuurlijke herkomst. Waar nodig, wordt van de reguliere
geneeskunde gebruik gemaakt. Omdat leefwijze en stemmingen van een patiënt het functioneren van het lichaam mede beïnvloeden, wordt een patiënt gestimuleerd
om zelf aan het genezingsproces bij te dragen. Zo bekeken kan ziekte een ontwikkelingsmogelijkheid in zich dragen.
De persoonlijkheid van ieder mens maakt in relatie met zijn of haar lichamelijke aanleg, sociale omgeving en cultuur een ontwikkeling door. Op twee manieren
zijn hierbij krachten werkzaam:aan de ene kant de biologische ontwikkeling van het lichaam en aan de andere kant de innerlijke groei en de eigen morele
ontwikkeling. Voor de antroposofische geneeskunde is de benadering vanuit de levensloop van de patiënt essentieel.
Voor iedereen
Antroposofische gezondheidszorg is er voor iedereen. Evenals de Nederlandse economie rond 1% van de wereldeconomie uitmaakt, maakt de antroposofische gezondheidszorg
ruim 1% uit van het totale Nederlandse gezondheidszorgbestel. Net zoals de kleine Nederlandse economie volop in contact staat met de wereldeconomie, zo
kent ook de Nederlandse antroposofische gezondheidszorg talrijke verbindingen met de reguliere Nederlandse gezondheidszorg. De gebruikers hoeven de antroposofische achtergrond van de artsen en therapeuten niet te delen. De antroposofische geneeskunde werkt even goed bij mensen die niets van antroposofie weten.
Basiszorg: artsen en therapeuten
Antroposofische artsen zijn opgeleid aan Nederlandse universiteiten en hebben daar hun artsendiploma behaald. Daarna hebben zij de specifieke opleiding
tot antroposofisch arts gedaan. Zij zijn dus uitstekend vertrouwd met de reguliere geneeskunde. Men kan de antroposofische geneeskunde zien als een verruiming
van de reguliere geneeskunde. Er zijn ongeveer 220 antroposofische artsen in Nederland, van wie 70% praktiserend is als huisarts, consultatiebureau arts,
specialist of als arts in de gehandicaptenzorg. Zij zijn verenigd in de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen, die ook hun opleiding en nascholing
controleert. De huisartsen werken veelal in gezondheidscentra (zogenaamde Therapeutica) in multidisciplinair verband. Consultatiebureau artsen werken veelal
samen met een antroposofisch verpleegkundige.
Een therapeuticum kan omvatten: huisartsen, fysiotherapeuten, psychotherapeuten, diëtisten, euritmie- of bewegingstherapeuten, kunstzinnig therapeuten,
verpleegkundigen en psychosociale hulpverleners. Er zijn circa 35 van zulke centra in ons land. Dikwijls zijn ze op initiatief van patiënten tot stand
gekomen.
Bovendien kent de antroposofische zorg twee verpleeghuizen, een verzorgingshuis en een psychiatrisch ziekenhuis met dependances: De Bernard Lievegoed Groep te Bilthoven en elders.
Instellingen voor gehandicaptenzorg: heilpedagogie en sociaaltherapie
Heilpedagogie en sociaaltherapie, zo heet de zorg- en hulpverlening die op basis van de antroposofie wordt geboden aan kinderen respectievelijk volwassenen
met een ontwikkelingsstoornis.
Volgens de inzichten vanuit de antroposofie is de kern (het 'ik' van de mens altijd gezond. Bij mensen met een ontwikkelingsstoornis is er sprake van een
verstoorde verhouding tussen hun ‘ik’ en hun lichaam. Processen als denken, voelen en willen kunnen hierdoor sterk worden beïnvloed, maar niet de persoonlijkheidvormende individualiteit.
De term heilpedagogie wil zeggen: een opvoeding van kinderen die helend werkt op de ontwikkeling. Deze opvatting betekent dat de zorg en begeleiding méér
moet zijn dan het waken over lichamelijk en geestelijk welzijn. De begeleiding wordt tevens - hoe moeilijk dat ook kan zijn - gericht op het vinden en
ondersteunen van reële groeimogelijkheden. Dat gebeurt door uit te gaan van de ontwikkelingsrelatie tussen cliënten en medewerkers en door het stimuleren
van een actieve betrokkenheid van ouders, familieleden en vrienden. Ook worden gerichte ervaringen aangeboden. Ieder kind gaat naar school, voor iedere
volwassene is er zinvol werk! Een belangrijk element in de heilpedagogie is de heterogeniteit: het samen leven van mensen met verschillende typen handicaps,
samen met niet-gehandicapten. Daarbij zijn allen gelijkwaardig.
De heilpedagogie hecht veel waarde aan een kunstzinnig gevormde omgeving, aan therapieën met een kunstzinnige achtergrond en aan de innerlijke houding
van de heilpedagoog als bepalend element in de bejegening. Verder speelt een religieus-cultureel georiënteerd ritme in dag, week en jaar een grote rol.
De sociaaltherapie heeft zich vanuit de heilpedagogie ontwikkeld. Ze richt zich specifiek op de zorg- en hulpverlening aan volwassenen met een ontwikkelingsstoornis.
Ook bij de sociaaltherapie is de menselijke gelijkwaardigheid het centrale uitgangspunt. Cliënten worden aangesproken op hun sociale vermogens en gesterkt
in hun gevoelens van volwaardigheid. Concreet gebeurt dit door deelname aan culturele activiteiten en aan werk. Ook in de sociaaltherapeutische zorg zijn
de kunstzinnige omgeving, de therapieën, de innerlijke houding van de sociaaltherapeut en het dag-, week- en jaarritme van grote betekenis.
Door dit alles wordt de mensen de mogelijkheid geboden om innerlijke vermogens te ontwikkelen, niet alleen voor het kind of de volwassene met een ontwikkelingsstoornis,
maar ook voor hun begeleiders. Ook zij maken een scholing door, via hun dagelijks werk en soms via het gemeenschappelijk wonen met cliënten. De heilpedagogische
methodiek is zelfs in belangrijke mate gebaseerd op de ervaring dat de inzet tot zelfontwikkeling bij de medewerkers grote invloed heeft op de ontwikkelingsmogelijkheden
van de kinderen en volwassenen die zij opvoeden en begeleiden.
Hoe is de antroposofische geneeskunde ontstaan?
Aan Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, werd in het begin van de 20e eeuw door een aantal artsen gevraagd of de antroposofie ook voor de
geneeskunde een verrijking zou kunnen bieden. De Nederlandse vrouwelijke arts Ita Wegman richtte een kliniek op in Zwitserland, waar Rudolf Steiner vaak
kwam en adviezen gaf. Uit de samenwerking tussen Ita Wegman en Rudolf Steiner is in 1924 de antroposofische geneeskunde ontstaan. Het is dus nog een zeer jonge vorm van geneeskunde.
Wat zijn antroposofische geneesmiddelen?
Antroposofisch werkende artsen zijn door hun universitaire opleiding vertrouwd geraakt met de reguliere medicijnen, die allopatische medicijnen genoemd
worden. Die gebruiken ze dan ook als het nodig is. Na hun artsenstudie werden ze tot antroposofisch arts opgeleid, waarbij ze een grote groep andere medicamenten
hebben leren kennen: van plantaardige of dierlijke oorsprong en uit de niet levende natuur (mineralen, metalen). Voordat deze middelen als geneesmiddel
bruikbaar zijn, worden ze aan een proces onderworpen waarbij ze in een aantal fasen worden verdund en een ritmische behandeling ondergaan. Vaak worden
deze in combinatievorm verstrekt, waardoor hun werking optimaal wordt. Deze middelen zijn niet ‘toxisch’ (sterk giftig) maar versterken juist de eigen
genezende krachten in de mens.
Antroposofische geneesmiddelen zijn dus natuurlijke middelen. Alles wat zich in de natuur buiten de mens voordoet is ook in de mens is te vinden op een
andere, typisch menselijke wijze. Bijvoorbeeld: de kwaliteit 'ijzer' verschijnt in de natuur in verschillende ijzerverbindingen en in bepaalde kruiden
(onder andere brandnetel). In de mens verschijnt deze kwaliteit in zijn bloed als ijzer, maar ook immaterieel in de ziel, bijvoorbeeld als moed. Een ziekteproces
waarbij een bepaalde kwaliteit in de mens verstoord is, kan worden genezen door de bijbehorende stof uit de natuur tot geneesmiddel te verwerken.
Welke therapieën worden er gebruikt?
Er staan de antroposofische arts en zijn patiënt veel therapieën ter beschikking. Natuurlijk zijn er medicijnen, maar ook voedingsvoorschriften en leefregels
zijn belangrijk. Om eenzijdigheden aan te vullen en vastgelopen patronen los te weken zijn de kunstzinnige therapie en de euritmietherapie onmisbaar. Therapieën
bewerkstelligen op een andere wijze dan geneesmiddelen dat het lichaam zichzelf kan genezen. De kunstzinnige therapie omvat therapeutisch schilderen, tekenen
en boetseren. De euritmietherapie is de specifieke antroposofische bewegingstherapie. In alle gevallen probeert de therapeut om de patiënt dát aan te bieden
aan kleur, vorm of beweging, waardoor hij zijn innerlijk evenwicht kan herstellen.
De fysiotherapie heeft een eigen antroposofische specialiteit: de ritmische massage. Eenzijdige of vastgelopen lichaamsprocessen kunnen tot activiteit
en beweeglijkheid worden gebracht. Ook worden therapeutische baden en andere uitwendige behandelingen voorgeschreven. Daarnaast biedt de antroposofie talrijke
mogelijkheden om inzicht te krijgen in moeilijke levenssituaties, bijvoorbeeld door kennis van de wetmatigheden in de menselijke ontwikkeling. Met 'biografisch'-georiënteerde
gesprekken vallen de dingen dan op hun plaats.
Dikwijls werken artsen en therapeuten met elkaar samen in een gezondheidscentrum, een Therapeuticum. Er zijn in Nederland 35 Therapeutica.
Werkt het ook als je er niet in gelooft?
Antroposofische geneeskunde is er voor alle mensen, maar deze werkt het best bij mensen die kunnen zien dat ziekte er niet is tot straf, ellende en ongemak
voor de mens, maar ook als mogelijkheid om te veranderen, een 'beter' mens te worden dan voorheen. Ziekte is vaak het eindstadium van een al lang sluimerend probleem. Een echte therapie behandelt niet alleen de ziekte, maar opent ook de weg tot genezing van de oorzaak.
Wordt het door de zorgverzekeraar betaald?
Antroposofische artsen zijn aangesloten bij een zorgverzekeraar en werken 'gewoon' als huisarts of specialist. Voor fysiotherapeuten geldt hetzelfde; voor de
kunstzinnig therapeuten en de euritmietherapeuten echter niet. Veel zorgverzekeraars hebben een aanvullende polis waaruit de specifiek antroposofische
therapieën deels vergoed worden.
Is antroposofische geneeskunde een alternatief?
De antroposofische geneeskunde stelt zich niet op als alternatief naast of in plaats van de reguliere geneeskunde. De artsen proberen om vanuit de reguliere
geneeskunde grensverleggend te werken. Zij proberen in de praktijk zichtbaar te maken dat zieke mensen naar lichaam, ziel en geest kunnen worden behandeld.
Antroposofische geneeskunde is een uitbreiding van de huidige, gebruikelijke geneeskunde, niet alleen doordat een uitgebreider arsenaal geneesmiddelen
en therapieën geboden wordt, maar vooral doordat op basis van het antroposofisch mensbeeld méér dan alleen het lichaam in de behandeling kan worden betrokken.
Geen alternatieve geneeskunde dus, maar wel een aanvullend alternatief voor wie er voor kiest.
(Tekst ontleend aan www.antropozorg.nl en jegens de financiering iets aangepast.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten